Oorzaken
wielerblessures
Om te voorkomen dat je alleen maar symptomen aan het bestrijden bent en het probleem aanwezig blijft is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Want waar de blessure zit, ligt vaak niet de oorzaak. Net zoals bij een lekkende waterleiding, waar het water door de muur komt zit vaak niet het lek. In tegenstelling tot veel sporten heb je bij het wielrennen naast de wielrenner ook te maken met een fiets. Bij blessures in het wielrennen kan de oorzaak dan ook 'in de renner' zelf, in de (fiets)positie zitten, de combi, liggen. Maar ook een verkeerde trainingsopbouw kan tot klachten leiden. Het is dus erg belangrijk om al deze facetten in kaart te brengen. Van daaruit kan een behandelplan opgesteld worden.
​
Oorzaak in renner
Het probleem bij het fietsen zit hem in het feit dat het een hele symmetrische sport is waarbij je contactpunten met de fiets achtereenvolgens de pedalen, het zadel en het stuur zijn Het contactpunt met de pedalen is door de “click”systemen nog een vast punt ook met weinig mogelijkheden tot compensatie. Een eventuele asymmetrie kan door het lichaam daardoor op minder makkelijk gecompenseerd worden. Als bron van asymmetrie en blessures bij de wielersporter zien we vaak dat de een scheefstand/verwringing van het bekken. Soms is een valpartij hiervan de oorzaak. De gevolgen van een bekkenscheefstand zitten echter vaak niet in het bekken maar bij de knie of zelfs de nek en schouders wat het diagnosticeren van de oorzaak vaak lastig maakt.Bij een scheefstand/verwringing van het bekken is er een zogenaamd functioneel lengteverschil tijdens het fietsen. Het linkerbeen zal hierdoor anders bewegen dan het rechter. De afstelling van de fiets zijn links en rechts wel hetzelfde. Er zal dus ergens gecompenseerd gaan worden om de beweging goed te kunnen laten verlopen. Bij de een is dit in de onderrug en bij de ander in de knie of achillespees. Overbelastingsklachten zijn al snel het gevolg.
Ben je gevallen of twijfel je of je een scheefstand/verwringing van de bekken hebt, dan kan je zelf een simpel testje doen. Ga hiervoor op je rug op een harde ondergrond liggen. Buig je knieën en houdt je voeten op de grond. Laat nu je knieën naar buiten vallen. Kijk hoe ver de knieën naar buiten vallen. Zit hier tussen de linker en rechter een groot verschil? Dan heb je een grote kans dat er een bekkenverwringing is. Heb je een blessure en vermoed je een bekkenscheefstand/verwringing dan kan een manueel therapeut of orthomanueel arts je vaak verder helpen.
Oorzaak in fiets
Een fiets die niet goed afgesteld voor je kan ook voor veel ellende zorgen. Een zadel dat te hoog of te laag staat leidt makkelijk tot pijnklachten in de knie. Een te grote afstand tussen je zadel en stuur kan weer voor rug, nek of schouderklachten zorgen. Over hoe de fiets af te stellen zijn de meningen verdeeld. Een uniform maatadvies is er dan ook niet. Belangrijk is wel dat jouw fiets goed afgesteld is voor jou. Dat wil zeggen voor jouw arm-, romp- en beenlengte. Maar ook op jouw beweeglijkheid en jouw fietsbeweging. Zoals iedereen ook een ‘eigen’ loop heeft, zo heeft ook iedereen een ‘eigen’ fietsbeweging. De een houdt bv zijn enkel erg hoog tijdens het fietsen waar de ander hem lager houdt. Als je je enkel hoger houdt blijft je been als het ware langer. (vaak een compensatie van een te hoog zadel….) Dit zal dus tot een andere zadelhoogte leiden dan als je met je enkel lager fietst. Een dynamische fietspositie-meting heeft daarom ook de voorkeur boven een statische. Hierbij meten ze je fietsend en daarop worden de juiste afstellingen bepaald. Daarnaast bepalen ook de doelen waarmee je gaat fietsen mede je positie. Wil je voor de snelste tijd bij wedstrijden? Of wil je lekker pijnvrij in het weekend gaan fietsen?
Voetplaatjes
De kracht tijdens het fietsen wordt gegeven op de pedalen. Een goede afstelling van de voetplaatjes is erg belangrijk. Ook de stabiliteit en de bewegingen van de voet spelen een grote rol. Een voet die te veel naar binnenzakt draait zowel het de knie als de heup mee. Als je jezelf realiseert dat er een 90-100 omwentelingen per minuut worden gemaakt, dus zo’n 6000 per uur. Dan kan je je voorstellen dat wanneer het been niet mooi in zijn ‘lijn’ beweegt er makkelijk overbelastingsklachten kunnen ontstaan. Voor een deel wordt deze beweging bepaalt door stabiliteit en voor een deel door je voetstand en beweging. Je kan zelf makkelijk een indicatie krijgen hoe jouw voet/been beweegt tijdens het fietsen. Ga hiervoor op een been staan voor een spiegel. Zak door je knie en beoordeel hoe je voet en knie beweegt. Draaien deze naar binnen? Ontstaat er een X-vorm? Als dit zo is dan kan je voet(beweging) een rol spelen in je blessure. Consultatie van een gespecialiseerde (sport)podotherapeut kan hierbij zinvol zijn. Hij/zij kan een wielerzool voor je maken om je voetstand/beweging tijdens het fietsen te corrigeren.
Trainingsopbouw
Staat je fiets goed afgesteld en je beweegt goed maar krijg je toch nog blessures? Dan kan ook een verkeerde trainingsopbouw of een verminderde (romp)stabiliteit een oorzaak zijn. Ineens te veel te snel fietsen kan makkelijk tot overbelastingsblessures leiden. Vermindering van (romp)stabiliteit zorgt leidt tot ‘onnodige’ bewegingen. Bij vermoeidheid zal je snel gaan ‘hangen’ met veranderingen in je fietsbeweging en overbelasting van spieren tot gevolg. Bouw daarom je belasting langzaam op en laat je evt. adviseren/begeleiden door een sportarts of trainer.
​
​